Blikjes
Iedereen is weer naar huis en ik probeer de troep te negeren van een feestje dat maar niet wilde stoppen. Een aanrecht vol afwas en een kratje lege bierblikjes op de grond. Ik loop langs het kratje en ik zie daar waarachtig een blikje met een open mondje. Kijk eens even naar mij, kijk eens even hoever mijn mond open staat? Hoor je niet dat ik aan het zingen ben? Stop, en luister eens even. En als ik kijk dan zie ik daar al die blikjes met open mondjes keurig rechtop in een koortje hun best doen. Ze staan zich uit te sloven voor mij. Wat een ontdekking. Zouden ze ook geluid maken vraag ik me af. Het is een kwestie van lang genoeg kijken en dan doemt er vanzelf een geluid op. Een geluid dat bij deze bierblikjes hoort. Ik kan het horen. Ik weet opeens precies hoe het klinkt. Ik wil dit beeld vastleggen, zodat deze blikjes niet voor niets staan te zingen. Dit beeld mag niet verloren gaan, dit beeld kan ik ook niet meer loslaten. Eigenlijk word ik geroepen door het beeld en het beeld eist van mij dat ik kijk. En ik kijk en ik word door het kijken deelgenoot van deze blikjesfamilie die helemaal niets met bier te maken wil hebben. Deze groep bierblikjes laat zich van een heel andere kant zien. Wat prachtig. En ik heb het gezien. Het zou lafhartig zijn om dit beeld nu nog te ontkennen. Ik voel mij als het ware gedwongen om deze blikjes in hun nieuwe hoedanigheid te laten zien aan anderen. Omdat ik het als een dwang ervaar spreek ik ook over de beelden en geluiden alsof het identiteitjes zijn. Ik voel mij dienaar van het beeld. Pas bij de uitwerking, nadat ik het beeld heb vastgelegd en gered van de vergetelheid voel ik mij de regisseur, de kunstenaar.
